Waardoor werd deze dualtimeroman geïnspireerd? Welke boodschap zit er in het verhaal verborgen? Wat was het mooiste of bijzonderste aan het schrijven ervan? Die vragen en meer beantwoordt Esther van Lunteren in dit interview over Door de wol geverfd.
Waar gaat het verhaal over?
‘Over twee vrouwen, die elk in een andere eeuw leven en op hun eigen manier tegen de grenzen van het leven aan lopen. Flora, die leeft in 1832, als ze haar man – en daarmee het gezinsinkomen – verliest aan de eerste cholera-epidemie. En de hedendaagse Merel, als ze zichzelf kwijtraakt in haar zoektocht naar geluk. In een oud wevershuis aan de Leidse Oranjegracht komen de twee verhalen bij elkaar.’
Hoe kwam je op het idee voor het verhaal?
‘Toen ik in opdracht een artikel schreef over de geschiedenis van armoede in Nederland, werd ik gegrepen door de situatie van veel mensen in de Nederlandse steden in de negentiende eeuw. Armoede, honger, uitzichtloosheid, geweld… Het was er allemaal, het is er nog steeds. Dichterbij en verder weg. Zo ontstond het idee voor dit verhaal.’
Wat vond je het bijzonderste aan het schrijven ervan?
‘De ontdekking dat een verhaal voor een deel zichzelf schrijft. Soms zei ik ’s avonds bijvoorbeeld tegen mijn man: “Nu zit Flora in deze situatie. Wat denk jij?” Waarop hij wat fronsend reageerde: “Je schrijft dat verhaal toch zelf?”’
Wat wil je lezers met het boek meegeven?
‘Dat het leven van je vraagt om keuzes te maken. En dat elke keuze – ook níét kiezen – impact heeft op zowel jezelf als anderen. Tegelijkertijd vind ik het mooi om nu al te zien dat elke lezer zijn eigen thema uit het boek haalt. Ik hoop vooral dat iedereen die het verhaal leest er iets in vindt waar zij (of hij) mee verder kan.’
Ben je al met iets nieuws bezig?
‘Niet als het gaat om iets lijvigs als een boek. Ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat dit verhaal zich eerst maar eens moet bewijzen. En zakelijk genoeg om dat eerst te willen ontdekken, voordat ik aan een nieuw groot project als dit begin.’