Waardoor werd deze novelle geïnspireerd? Welke boodschap zit er in het verhaal verborgen? Wat was het mooiste of bijzonderste aan het schrijven ervan? Die vragen en meer beantwoordt Gerjanne van Lagen in dit interview over De buurtbarbecue.
Waar gaat het verhaal over?
‘De bewoners van de Kruizingastraat treffen elkaar soms in het voorbijgaan. Verder hebben ze hun eigen leven, hun eigen zorgen. Op een dag valt er een uitnodiging in de brievenbus, voor een buurtbarbecue, op het pleintje voor nummer 8. Wel opgeven, niet opgeven? Ieder maakt zijn eigen afweging en dat is in het geval van de meesten nog niet zo’n makkelijke beslissing…’
Hoe kwam je op het idee voor het verhaal?
‘Mede door Instagram. Ik heb al lange tijd de overtuiging dat we elkaar als mensen vaak alleen maar aan de oppervlakte ontmoeten. Als we elkaar ontmoeten en de één zegt: “Hoe is het met je?”, dan zeggen we algauw: “Goed!” En dan lachen we. Maar onder die oppervlakte heeft iedereen zijn of haar eigen problemen. We tonen elkaar zo vaak ons hart niet…’
Wat vond je het leukste aan het schrijven ervan?
‘De novelle lijkt een soort verhalenbundel, maar uiteindelijk zijn alle verhalen met elkaar verweven. Ik vond het een uitdaging om de verhalen zo te vervlechten, zonder dat de lezer de draad kwijtraakt. Ook mooi was het om steeds weer een band te krijgen met de hoofdpersonen van elk huisnummer. Want dat gebeurde; ik probeerde me zo in hen te verplaatsen dat ik op een bepaalde manier een connectie met ze kreeg. Al heb ik wel mijn voorkeuren voor personages; met het ene heb ik een sterkere band dan met het andere. Ook zitten er kleine grapjes in het boek, linkjes die je moet ontdekken. Er werd bijvoorbeeld al tegen me gezegd: “Je slaat telkens een hoofdstuknummer over.” Tja…’
Wat wil je lezers met het boek meegeven?
‘Vergeet nooit: niets is wat het lijkt. Niemand is zonder kruis. Staar je niet blind op het geluk bij de ander, tel de groene grassprietjes bij jezelf.’
Ben je al met iets nieuws bezig?
‘Ja, een opvolger van Geluksdag – voor wie dat niet weten: dat is mijn eerste boek – en een opvoedboek rondom professor Waterink.’